Een grote baai met zacht kabbelend water dat klotst tegen de zijkant van een bootje, een visser die geniet van de pracht van een stille ochtend, traag stromende rivierarmen, veel kleine eilanden en een rijke vis- en wildstand, dat is het Tisza-meer gelegen in het middden van de grote Hongaarse laagvlakte. Na het 'Balaton' meer is het het grootste [127 m²] van het land. Het ondiepe en snel opwarmende water is heerlijk om in te zwemmen en het diepere deel van het meer is uitstekend geschikt voor watersport. Je kunt er zeilen, waterskiën, surfen en nog veel meer.

Een bijzonder gebied

Langs de tachtig kilometer lange oever van het meer vindt u vrije stranden, badplaatsen, campings en allerlei soorten verhuurbedrijven. Het beschermde natuurgebied is buitengewoon rijk aan vogels en vissen en heeft een unieke wildstand. Uniek is ook het grootste waterlelieveld van adembenemende pracht. Hier gaan natuur en mens, watersport en natuurbescherming heel goed samen.
De beschermde rietvelden van het Tiszavalkibekken, die gedeeltelijk voor bezoekers gesloten zijn, vormen een vogelreservaat dat onderdeel uitmaakt van het Nationale Park Hortóbágy en op de werelderfgoedlijst staat. In het gebied liggen de leefplekken van bijna tweehonderd vogelsoorten, waaronder de grauwe gans, de sakervalk en de zilverreiger, die ook afgebeeld is in het logo van de Hongaarse

Natuurbeschermingsorganisatie. Die leefplekken kunt u buiten het broedseizoen en met uitzondering van de gebieden die het gehele jaar door gesloten zijn, bezoeken per kano, roeiboot of met een electrisch aangedreven bootje. Een andere mogelijkheid is de vogels te voet, per fiets of te paard te gaan observeren vanaf het dijkenstelsel rond het meer.

Het middelste deel van het meer, het Poroszló-bekken vormt ook een beschermd natuurgebied dat echter zonder al te veel beperkingen toegankelijk is. De plaatselijke bezienswaardigheden doen niet onder voor die in het noorden. Het is hier een paradijs voor de beoefenaren van de hengelsport. Na de bouw van de stuwdam werden de overstroomde gebieden ongelofelijk rijk aan vis. De kronkelende rivierbedding met in het water overhellende bomen, het spaarbekken met de eilandjes, de grote wateroppervlakken en de rietvelden beloven niet alleen in de zomer maar ook in de winter, een rijke vangst aan vooral roofvissen. Interesant is ook dat de rivier de Tisza zelf - de lievelingsroute voor watertouristen- in zijn oorspronkelijke bedding dwars door het meer stroomt.

De Abádszálok-baai in het zuiden van het meer is het uitverkoren domein van de watersporters. Naast zeilbootjes en surfplanken is hier- uniek voor de Europese meren- ook het gebruik van motorboten en jetski's toegestaan. Die zijn hier dan ook in ruime mate te huur.

Bij Abádszálok ligt het langste strand van het meer dat ongeveer een kilometer beslaat en beschikt over een recreatiecentrum. Het water langs de oevers is ondiep en warmt snel op waardoor kinderen een veilige plaats hebben om te badderen. Het poppenmuseum in het dorp is voor zowel klein als groot een interessante bezienswaardigheid.

In de nabijgelegen stad Tiszaujváros ten noorden van het Tisza-meer werd een van de modernste bad-complexen van het land gebouwd. Het telt een medisch centrum, openluchtbaden, een attractiebad en een praktijk voor baineo- en fysiotherapie. Het jodiumhoudende water van dit bad heeft een heilzame werking. Een andere attractie is het kuurbad van Tiszacsege, dat een temperatuur heeft van 72 graden. Ter plekke worden reumatische aandoeningen en spierziekten behandeld. Het dorpje ligt midden in een prachtig wild natuurgebied aan de oever van de Tisza. Vlakbij is dan ook het Kácsa-eiland, een beschermd gebied met een nog totaal ongerepte natuur. S zomers kunt u vanuit de haven met een motorbootje een tocht maken en tussen de rijen bomen door varen die hier in de rivier complete bossen vormen. Andere bezienswaardigheden in de stad zijn een landarbeidershuisje dat in zijn oorspronkelijke vorm bewaard is gebleven en een zogeheten kerkburcht.